Als microbioloog met een passie voor regeneratieve landbouw, onderzoek ik hoe we met behulp van microben, mineralen en organisch materiaal de bodemgezondheid kunnen herstellen. In deze blogreeks neem ik je mee langs de 5 M’s van duurzame landbouw. Vandaag ga ik beginnen met management.
De 5 m’s zijn de volgorde waarin je kunt nadenken over een probleem in de landbouw:
- mindset (mentaliteit)
- management (beheer)
- microben
- mineralen
- organische materie
Principes voor bodemgezondheid
- Houd de bodem bedekt en beschermd
- Zorg dat er zo lang mogelijk een levende wortel aanwezig is
- Integreer vee en/of hun mest (indien haalbaar)
- Diversiteit, diversiteit, diversiteit
- Optimaliseer fotosynthese van planten
- Verminder verstoring
- vermijd het “doden” van je ondergrondse vee
- Beheer voor wat je wilt, niet voor wat je niet wilt
- De acties die voortkomen uit deze principes worden beïnvloed door je klimaat en omstandigheden
Bron: For the Love of Soil, Nicole Masters
Wanneer je bij het beheer van je akkers deze principes toepast, vraagt dat om een fundamentele verandering in denken en manier van werken. Maar juist die omslag in managementstijl opent de deur naar regeneratie — van bodem, biodiversiteit én klimaat.
Houd de bodem bedekt en beschermd
Een gezonde bodem begint bij bescherming. Het principe houd de bodem bedekt en beschermd draait om het voorkomen van kale grond. Hoewel kale, zwarte grond vaak als mooi beschouwd wordt, is het niet de bedoeling om grond onbedekt te laten. Wanneer de bodem onbedekt is, wordt hij kwetsbaar voor erosie, uitdroging, temperatuurschommelingen en verlies van bodemleven. Door gewassen, groenbemesters of gewasresten op het land te laten, creëer je een natuurlijke deken die de bodem beschermt én voedt. Dit helpt om vocht vast te houden, onkruid te onderdrukken en het bodemleven actief te houden. Bovendien draagt een bedekte bodem bij aan koolstofopslag en biodiversiteit, wat essentieel is voor een veerkrachtig landbouwsysteem. Of je nu werkt met strokenteelt, mengteelt of regeneratieve praktijken — zorg ervoor dat de bodem nooit kaal is. Het is een eenvoudige stap met grote impact.
Zorg dat er zo lang mogelijk een levende wortel aanwezig is
Planten investeren een groot deel van hun geproduceerde glucose — het eindproduct van fotosynthese — in hun wortels. Deze glucose dient niet alleen als energievoorraad, maar speelt ook een cruciale rol in de samenwerking met het bodemleven. Via de wortels geven planten suikers af aan micro-organismen in de bodem, een proces dat bekendstaat als de liquid carbon pathway. In ruil voor deze vloeibare koolstof leveren microben water, essentiële nutriënten en dragen ze bij aan een betere bodemstructuur. Dit ondergrondse ruilsysteem is de basis voor een gezonde, vruchtbare bodem. Om dit proces optimaal te benutten, is het belangrijk om fotosynthese zo lang mogelijk actief te houden gedurende het jaar. Niet elke plant groeit goed in elk seizoen, dus wissel gewassen af en kies voor een diverse plantensamenstelling. Zo blijft de bodem gevoed, actief en in balans — het hele jaar door.
Integreer vee en/of hun mest (indien haalbaar)
Houd bij het implementeren van vee in het landschap wel rekening met het management systeem dat je hanteerd. De tijden van het vee ‘gewoon’ in het weiland te laten staan is voorbij. Pas managed grazing toe door de dieren een korte maar intense tijd te laten grazen op een klein stukje land. Voor deze type van kuddebeheer zijn nog 100 andere namen, maar ze komen op hetzelfde neer: Korte maar intense graas periode waarbij de herstel periode van het gewas en de grond lang is.
Je kunt bijvoorbeeld heel makkelijk een systeem toepassen met no-fence, waarbij de graasdieren een nekband omkrijgen. Via sateliet en signalen naar de nekbanden blijven de dieren binnen een bepaald gebied. Het is laag in arbeid en diervriendelijk. Doordat er kort en intens gegraasd wordt, komt er ten eerste geen verdichting in de bodem door dieren. Zo’n 80% van de melkveehouderijen hebben te maken met een verdichting in hun bodem. Bodemverdichting belemmert de zuurstoftoevoer, wat de stikstofomzetting in de bodem verstoort en kan leiden tot een disbalans tussen verschillende stikstofvormen. Dit geeft op zijn beurt weer grassen die hoog zijn in hun nitraat, wat een vroegtijdige dood van het dier, dat aan het grazen is, kan veroorzaken. Daarnaast kan een zuurstofloze bodem N2O- lachgas- uitstoten. Dit is een zeer potente GHG.
Daarnaast zullen de planten zich snel willen herstellen na het intense graasperiode. Dit doen de planten door de hulp in te schakelen van de microben in de bodem. De plant stuurt wortelsappen naar de ondergrondse economie. In ruil daarvoor geven de microben waardevolle nutriënten en water van ver. De plant herstelt hierdoor snel en krachtig. De wortelsappen die de plant naar de bodem stuurt bevat veel koolstof. De microben nemen de glucose op in hun lichamen en dienen als een koolstof opslag tot ver na hun dood. De microbiologie speelt een essentiële rol in de bodem. Zo zal de wortelsappen die de plant naar beneden stuurt weer oxideren tot CO2. Het zijn de microben die de koolstof uit de glucose omzetten van instabiele koolstof tot stabiele koolstof in de bodem.
Door vee te integreren in het landschap, versnel je het proces van bodemgezondheid te bevorderen. Dieren en de bodem zijn tenslotte samen opgegroeid en horen dus bij elkaar. Op een goede akker hoort stront en vergaand organisch materiaal. Laat de dieren hierbij niet te lang op één plek grazen, anders eten ze gras dat geïnfecteerd is met pathogene microben dat net van hun mest is gegaan, op zoek naar nieuwe voeding.
Diversiteit, diversiteit, diversiteit
De infographic laat zien hoe de biomassa toeneemt bij een stijgende plantendiversiteit, gebaseerd op het Jena Experiment:

Tilman, D., Reich, P. B., & Knops, J. M. H. (2006). Biodiversity and ecosystem stability in a decade-long grassland experiment. Nature, 441(7093), 629–632.
Wat laat deze grafiek zien?
- Naarmate het aantal plantensoorten op een perceel toeneemt (van 1 tot 16), stijgt ook de gemiddelde biomassa.
- Dit ondersteunt het idee dat diverse ecosystemen productiever zijn, omdat verschillende soorten elkaar aanvullen in functies zoals nutriëntenopname, wortelstructuur en lichtgebruik.
- Deze aanpak bevordert functionele diversiteit, wat betekent dat planten verschillende rollen vervullen in het ecosysteem—zoals stikstofbinding, diepe worteling, schimmelbevordering, en bodembedekking. Dit leidt tot betere nutriëntenkringlopen, waterretentie en weerbaarheid tegen plagen.
- Er zijn zelfs studies die laten zien dat je nog een hogere planten diversiteit kunt nemen. Denk dan wel aan minimaal 40 verschillende planten uit 4 verschillende families. Wie weet wat de top zal zijn.
Een leuke bijkomstigheid bij een grote diversiteit aan planten, is dat de diversiteit van microben toeneemt. ‘As above, so below’ valt dus prima op zijn plaats. Des te diverser bovengronds, des te diverser ondergronds. En het is deze diversiteit dat een landschap robuust wordt tegen weersextremen. Daarnaast krijg je een betere nutriënten cyclus dat bevoordelijk is voor de plantengroei.

Optimaliseer fotosynthese van planten
Bij het toepassen van planten dichtheid wil je natuurlijk niet een monocultuur. Dat gaat namelijk fout zonder chemische interventie. Waar je gebruik van wil maken is het opvullen van niches. Zo vindt de ene plant het fijn om in de volle zon te staan, terwijl de andere plant liever in de half schaduw of volle schaduw wil staan. Door slim te ontwerpen kun je de dichtheid van plant verhogen door gebruik te maken van de voorkeuren van iedere plant. Permacultuur maakt hiervan slim gebruik. Bij onvolledige fotosynthese zal de Brix waarde dalen van de plant. Een refractometer meet de suikwaarde in een plant, genaamd de Brix waarde. Deze waarde meet dus hoe veel glucose er geproduceerd wordt in een plant. Hoe hoger de Brix waarde, des te gezonder is de plant. Als een plant gezonder is, dan krijg je smaakvollere vruchten. De nutriënten waardes zijn dan ook hoger in een plant, en dat betekent gezonder voedsel voor degene die het eet.
Verminder verstoring en vermijd het “doden” van je ondergrondse vee
Hier combineer ik twee principes, maar ik wil me vooral richten op het vermijden van bodemverstoring door ploegen. Naarmate je dieper de bodem ingaat, verandert het zuurstofniveau. Organismen bevinden zich op hun optimale diepte, afgestemd op hun leefomstandigheden. Bij het ploegen, vooral bij het keren van de grond, worden anaerobe organismen naar zuurstofrijke lagen gebracht. Dit kan leiden tot sterfte of gedragsverandering, mogelijk via quorum sensing, wat nadelige effecten kan hebben op de plant en bodemgezondheid.
Daarbij wil ik nog aanvullen dat het ondergrondse vee, de microben, best gestimuleerd mogen worden, en niet alleen beperkt in het doden van. Door de bodem te inoculeren met microben bij het aanplanten, of een seed coating te gebruiken vlak voor het aanplanten, dan geef je de plant alvast een goede start van de groei.
“Beheer voor wat je wilt, niet voor wat je niet wilt.“
In de landbouw zijn we vaak geneigd te reageren op wat we níét willen: onkruid, plagen, ziekten. Maar een duurzamer en effectiever principe is: beheer voor wat je wél wilt. Dit betekent dat je je bodem en gewassen zó beheert dat gewenste processen en organismen floreren, waardoor ongewenste elementen vanzelf minder kans krijgen. Denk aan het stimuleren van bodemleven dat ziekten onderdrukt, het creëren van biodiversiteit die natuurlijke plaagbestrijding ondersteunt, of het verbeteren van bodemstructuur zodat onkruid minder grip krijgt. Door te focussen op het versterken van het systeem in plaats van het bestrijden van symptomen, bouw je aan een robuuste, veerkrachtige landbouwpraktijk. Dit vraagt om een shift in denken: van controle naar samenwerking met natuurlijke processen. Het resultaat? Minder afhankelijkheid van externe inputs, lagere kosten, en een gezondere bodem op lange termijn.
“De acties die voortkomen uit deze principes worden beïnvloed door je klimaat en omstandigheden”
Elke boerderij bevindt zich in een andere klimaatzone en heeft een andere bodem-samenstelling. Daarom zijn deze principes context afhankelijk. Een generieke aanpak voor het boeren vak bestaat niet.
Dit was tot zover weer een blog over één van de de 5 m’s. Als je de beschreven principes in gedachten houdt, dan volgt succes op de akkers. En daarbij hoeft het niet eens duurder te zijn zoals veelal verkondigd wordt. Regeneratieve landbouw kan goedkoper voor de consument en kwalitatief beter zijn. De volgende blog gaat over microben, mijn favoriete categorie.

